Add parallel Print Page Options

13 Maar Ik zal niet het hele land afscheuren: Ik zal één stam[a] aan je zoon geven, vanwege mijn belofte aan je vader David[b] en vanwege Jeruzalem, dat Ik heb uitgekozen."[c]

Salomo's vijanden Hadad en Rezon

14 En de Heer zorgde ervoor dat Salomo een vijand kreeg,[d] namelijk Hadad uit Edom. (Hadad was een zoon van de koning van Edom.) 15 Dat kwam zo: David had Edom verslagen. Davids aanvoerder Joab was toen naar het slagveld gegaan om de gedode soldaten te begraven. Toen had hij ook alle mannen in Edom gedood.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Koningen 11:13 Eigenlijk twee stammen: Juda en Benjamin. Lees 12 vers 21; Maar de stam van Benjamin was maar heel erg klein en zijn gebied grensde aan dat van de stam van Juda. Daarom wordt er meestal alleen van Juda gesproken.
  2. 1 Koningen 11:13 Lees 2 Samuel 7:16.
  3. 1 Koningen 11:13 Jeruzalem lag in het eigen gebied van de stam van Juda en God had Jeruzalem uitgekozen om te wonen: daar stond de tempel.
  4. 1 Koningen 11:14 God had van tevoren gezegd dat Hij dat zou doen als Salomo niet leefde zoals Hij het wil. Lees 2 Samuel 7:14.