Add parallel Print Page Options

In die tijd bouwde Salomo op de berg ten oosten van Jeruzalem ook een altaar voor Kamos, de god van Moab, en voor Moloch, de god van de Ammonieten. Hij bouwde ook altaren voor de andere goden van zijn buitenlandse vrouwen, die wierook-offers en vlees-offers aan hun eigen goden brachten.

Daarom werd de Heer kwaad op Salomo. Want hij was niet langer trouw aan de Heer, de God van Israël, die twee keer naar hem toe was gekomen.

Read full chapter