Add parallel Print Page Options

38 De zonen van Seïr[a] waren: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana, Dison, Ezer en Disan. 39 De zonen van Lotan waren: Hori en Homam. De zus van Lotan heette Timna. De zonen van Sobal waren: Aljan, Manahat, Ebal, Sefi en Onam. 40 De zonen van Zibeon waren: Aja en Ana.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Kronieken 1:38 Het land heette eerst Seïr, naar hun voorvader. De Horieten woonden daar al in de tijd van Abraham, dus lang voordat Ezau kwam. De namen die hier genoemd worden zijn Horietische stamhoofden. Lees Genesis 36:20 en 21. Later ging Ezau in Seïr wonen. Toen werd het gebied Edom genoemd, naar Ezau die ook Edom genoemd werd. (Lees Genesis 25:30) Van hem stammen de Edomieten af.