Add parallel Print Page Options

Als Elkana zijn offer had gebracht, gaf hij aan zijn vrouw Peninna en aan al haar zonen en dochters ieder een deel van de maaltijd die werd klaargemaakt van het offer. Maar aan Hanna gaf hij altijd twee keer zo veel. Want hij hield het meest van Hanna, ook al had de Heer haar geen kinderen gegeven. Maar zijn andere vrouw was vreselijk jaloers. Om Hanna verdrietig te maken, pestte Peninna haar ermee dat ze geen kinderen had gekregen. Elk jaar als ze naar het heiligdom van de Heer reisden, was Peninna zó gemeen tegen haar, dat Hanna van verdriet niets wilde eten. Dan zei haar man Elkana tegen haar: "Hanna, waarom huil je en wil je niet eten? Waarom ben je zo verdrietig? Ben ik je niet méér waard dan tien zonen?"

Read full chapter