Font Size
2 Koningen 23:9-11
BasisBijbel
2 Koningen 23:9-11
BasisBijbel
9 De Levieten die priester waren geweest bij de altaren van de afgoden, mochten geen dienst doen bij het altaar van de Heer in Jeruzalem. Maar ze mochten wel samen met de andere Levieten mee-eten van de ongegiste broden.[a] 10 Hij maakte de offerplaats Tofet in het dal Ben-Hinnom onrein, zodat niemand meer zijn zoon of zijn dochter voor Moloch zou verbranden.
11 Hij haalde de paarden weg die de koningen van Juda voor de aanbidding van de zon hadden gegeven.[b] Die paarden stonden bij de ingang van de tempel van de Heer, bij de kamer van de hoveling Natan-Melech in de bijgebouwen. De zonnewagen liet hij verbranden.
Read full chapterFootnotes
- 2 Koningen 23:9 God had bepaald dat een deel van de vlees-offers en meel-offers niet moest worden verbrand, maar voor de priesters was.
- 2 Koningen 23:11 Die waren voor de 'zonnewagen', de wagen waarmee volgens hen de zon langs de hemel trok.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016