Add parallel Print Page Options

29 Ahaziaʼs bewind over Juda was begonnen in het twaalfde regeringsjaar van koning Joram van Israël.

30 Toen Izébel hoorde dat Jehu naar Jizreël was gekomen, maakte zij haar ogen op, verzorgde haar kapsel en ging bij een raam zitten. 31 Jehu kwam de paleispoort binnenrijden en zij schreeuwde naar hem: ‘Hoe is het met Zimri, de moordenaar van je heer?’

Read full chapter