Font Size
2 Koningen 9:31-33
BasisBijbel
2 Koningen 9:31-33
BasisBijbel
31 Toen ze Jehu door de poort zag binnen rijden, riep ze naar hem: "Dag Zimri,[a] hoe gaat het met jou, koningsmoordenaar?" 32 Hij keek omhoog naar het raam en zei: "Wie staat er aan mijn kant? Wie?" 33 Toen twee of drie dienaren hem aankeken, zei hij: "Gooi haar het raam uit!" Ze gooiden haar naar beneden, zodat haar bloed rondspatte tegen de muur en de paarden. Jehu vertrapte haar met zijn paard.
Read full chapterFootnotes
- 2 Koningen 9:31 Izebel zei 'Zimri' tegen Jehu, omdat Zimri ook een koning had vermoord, namelijk koning Ela. Lees 1 Koningen 16:8-10.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016