Font Size
Deuteronomium 26:4-6
BasisBijbel
Deuteronomium 26:4-6
BasisBijbel
4 De priester zal de mand van je aanpakken en bij het altaar van jullie Heer God zetten. 5 Zeg daarna tegen de Heer: 'Mijn voorvader was een Arameeër die op de rand van de dood was.[a] Hij trok met een klein aantal mensen naar Egypte. Daar bleef hij als vreemdeling wonen. Hij werd daar tot een groot en machtig volk. 6 Maar de Egyptenaren mishandelden ons en onderdrukten ons. Ze lieten ons zwaar slavenwerk doen.
Read full chapterFootnotes
- Deuteronomium 26:5 Dit was Jakob, die met zijn zoons en zijn hele familie uit Kanaän vertrok naar Egypte, omdat er hongersnood was. Hierover is te lezen in Genesis 45 en 46.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016