Add parallel Print Page Options

12 Als U dat doet, zullen de Egyptenaren zeggen: 'Hij heeft hen meegenomen om hen te vernietigen, hen in de bergen te doden, hen van de aardbodem weg te vegen.' U bent wel heel boos op hen, maar straf hen alstublieft niet! Doe alstublieft niet de vreselijke dingen die U zei. 13 Denk alstublieft aan Abraham, Izaäk en Israël, uw dienaren. Want U heeft hun bij Uzelf gezworen: 'Ik zal je familie ná jou zo ontelbaar maken als de sterren aan de hemel. En dit hele land waar Ik over heb gesproken, zal Ik aan jouw familie ná jou geven. Het zal voor altijd hun eigendom zijn.' " 14 Toen veranderde de Heer zijn plannen en besloot zijn volk niet zo erg te straffen als Hij eerst van plan was geweest.

Read full chapter