Add parallel Print Page Options

14 Ik zal op de bergen en heuvels van Israël een goede plek voor ze zoeken met veel gras. Ze zullen rustig kunnen eten zoveel als ze willen. 15 Ik zal Zelf voor ze zorgen en ze een veilige, goede plek geven, zegt de Heer. 16 Afgedwaalde schapen zal Ik zoeken. Zoekgeraakte schapen zal Ik ophalen. Gewonde schapen zal Ik verbinden. Zieke schapen zal Ik verzorgen."

God zal opkomen voor de zwakke mensen van zijn volk

De Heer zei: "Maar Ik zal afrekenen met de dikke, sterke schapen[a] die de andere schapen verdringen. Ik zal ze streng straffen. Ik zal voor de schapen zorgen zoals het hoort.

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 34:16 Hier worden de leiders van Israël zelf ook schapen genoemd: sterke, dikke schapen die de andere schapen verdringen. God is hun Herder.