Add parallel Print Page Options

17 Toen boog Abraham zich diep. Maar hij lachte bij zichzelf en dacht: "Ik ben al bijna 100 jaar. Zou ik dan nog een kind krijgen? En Sara is al 90 jaar. Zou ze dan nog in verwachting raken en een kind krijgen?" 18 En hij zei tegen God: "Heer, laat uw beloften alstublieft voor Ismaël zijn!" 19 Maar God zei tegen hem: "Nee, je vrouw Sara zal een zoon krijgen. Je moet hem Izaäk (= 'gelach') noemen. Met hem zal Ik mijn verbond sluiten. Het zal een eeuwig verbond zijn met hem en zijn familie ná hem.

Read full chapter