Add parallel Print Page Options

21 Maar met Izaäk zal Ik mijn verbond sluiten. Volgend jaar om deze tijd zal Sara moeder van Izaäk zijn." 22 Toen was God uitgesproken en ging bij Abraham weg, terug naar de hemel.

23 Diezelfde dag nog besneed Abraham zijn zoon Ismaël. Ook besneed hij al zijn slaven: de slaven die in zijn huis geboren waren en de slaven die hij had gekocht, alle mannen in zijn huis, zoals God tegen hem had gezegd.

Read full chapter