Add parallel Print Page Options

10 Maar de twee mannen trokken Lot snel naar binnen en gooiden de deur dicht. 11 Tegelijk verblindden zij de woeste menigte, zodat die de deur niet kon vinden.

12,13 ‘Hoeveel familieleden hebt u hier in de stad?’ vroegen de engelen aan Lot. ‘Haal ze bij elkaar, schoonzonen, zonen, dochters en anderen en verlaat de stad dan zo snel mogelijk, want wij gaan haar vernietigen. De slechte naam van de stad is tot de hemel doorgedrongen en de Here heeft ons gestuurd om haar te verwoesten.’

Read full chapter