Add parallel Print Page Options

‘Zweer bij de Here, de God van hemel en aarde, dat je mijn zoon niet zult laten trouwen met een meisje uit deze streek, een Kanaänitische. Je moet naar mijn geboorteland gaan, naar mijn familie en daar een vrouw voor hem zoeken.’ ‘En als ik geen meisje vind die dat hele eind wil reizen om te trouwen?’ vroeg de dienaar. ‘Moet ik Isaak dan terugbrengen naar het land waar u vandaan bent gekomen?’

Read full chapter