Add parallel Print Page Options

45 Ik was nog niet eens uitgesproken, toen Rebekka kwam met haar kruik op haar schouder. Ze ging naar beneden naar de bron en schepte water. En ik zei tegen haar: 'Wil je mij wat te drinken geven?' 46 Toen liet ze snel haar kruik zakken en zei: 'Drink, en ik zal ook uw kamelen te drinken geven.' 47 Ik vroeg haar: 'Vertel mij eens, wie is je vader?' En ze antwoordde: 'Betuël. Hij is de zoon van Milka, de vrouw van Nahor.' Toen gaf ik haar de oorringen en armbanden.

Read full chapter