Add parallel Print Page Options

63 Op een keer ging hij tegen de avond naar buiten om te bidden in het veld. Toen hij opkeek, zag hij de kamelen aankomen. 64 Toen Rebekka Izaäk zag, liet ze zich snel van haar kameel af glijden. 65 Ze vroeg aan de knecht: "Wie is die man die daar in het veld naar ons toe komt?" Hij antwoordde: "Dat is mijn heer." Toen sloeg ze haar sluier voor haar gezicht.

Read full chapter