Font Size
Genesis 26:18-20
BasisBijbel
Genesis 26:18-20
BasisBijbel
18 Daar groef hij de waterputten weer op die in de tijd van zijn vader Abraham waren gegraven en die na Abrahams dood door de Filistijnen waren dichtgegooid. Hij gaf die putten weer de namen die zijn vader eraan had gegeven. 19 Daarna groeven de knechten van Izaäk in het dal en vonden daar een bron met stromend water. 20 Maar de herders van Gerar maakten ruzie met de herders van Izaäk en zeiden: "Dit water is van ons." Daarom noemde Izaäk die put Esek (= 'ruzie'), omdat ze met hem over die put hadden geruzied.
Read full chapter
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016