Add parallel Print Page Options

Haggaï zegt dat de tempel herbouwd moet worden

Toen Darius twee jaar koning van Perzië[a] was, op de eerste dag van de zesde maand, zei de Heer tegen Haggaï dat Hij een boodschap had voor Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en voor Jozua, de zoon van Jozadak. Zerubbabel[b] was de bestuurder van Juda en Jozua was de hogepriester. Haggaï moest tegen hen zeggen:

"Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Dit volk zegt: 'Het is nog niet de tijd om de tempel van de Heer te herbouwen.'[c]

Read full chapter

Footnotes

  1. Haggaï 1:1 Het koninkrijk Juda was veroverd door Babylonië. Babylonië was op zijn beurt veroverd door Perzië. Koning Darius van Perzië was zo dus ook de koning van Juda geworden.
  2. Haggaï 1:1 Onder leiding van Zerubbabel was een groep Judeeërs uit Babel teruggegaan naar Juda. Lees Ezra 2:1 en 2.
  3. Haggaï 1:2 Dat zeiden ze omdat alles tegen zat. Er was honger, er was tegenwerking, er kwam geen geld meer uit Perzië.