Add parallel Print Page Options

11 Ik ging naar de notengaard en keek uit over de bloesems in het dal, ik keek of de druivenstruik al uitliep en of de granaatappelbomen groeiden.
12 Ik ben helemaal van slag, op een wagen van de koning werd ik meegenomen.

13 Dans, meisje uit Sulem! Dans heen en weer, zodat wij u goed kunnen bekijken!

Waarom wilt u naar dat meisje uit Sulem kijken alsof zij een parade loopt?

Read full chapter