Add parallel Print Page Options

Ze hebben mannen tot koning gemaakt, maar Ik had hun die koningen niet gegeven.[a] Ze hebben leiders aangewezen, maar zonder mijn toestemming. En van hun zilver en goud hebben ze godenbeelden gemaakt. Daarom zullen ze vernietigd worden. Jullie gouden kalf zal jullie niet redden, bewoners van Samaria![b] Ik ben woedend op jullie. Wanneer zullen jullie eindelijk ophouden met je slechtheid? Israël heeft dat beeld gemaakt. Het werd gemaakt door een beeldhouwer. Mensenwerk is het, geen god. Daarom zal dat kalf van Samaria stukgeslagen worden![c]

Read full chapter

Footnotes

  1. Hosea 8:4 God had gezegd dat altijd iemand uit de familie van David koning zou zijn. Maar na de dood van Davids zoon Salomo hadden de noordelijke tien stammen een eigen koning gekozen. Lees 1 Koningen 12.
  2. Hosea 8:5 De eerste koning van het koninkrijk Israël liet in twee steden een gouden kalf neerzetten dat voortaan aanbeden moest worden. Lees 1 Koningen 12:26-32.
  3. Hosea 8:6 Dit gebeurde inderdaad in de tijd van koning Josia. Lees 2 Koningen 23:14 en 15.