Add parallel Print Page Options

17 Toch heb ik niets verkeerds gedaan.
Ik heb altijd met een zuiver geweten gebeden.
18 Aarde, wanneer ik sterf,
bedek dan niet mijn bloed, het bloed van een onschuldig mens.
Laat dat bloed zichtbaar blijven,
zodat het roept om een eerlijk oordeel over mij.
19 God in de hemel is mijn getuige.
Hij zal mij verdedigen.

Read full chapter