Add parallel Print Page Options

24 Vrolijk woelt het met zijn hoeven de grond om.
Krachtig stort het zich in de strijd.
25 Een paard kent geen angst en is nergens bang voor.
Het vlucht niet voor het zwaard.
26 Boven hem rammelt de pijlkoker.
Boven hem flikkeren lans en speer.

Read full chapter