Add parallel Print Page Options

27 Razendsnel galoppeert het over de bodem.
Het is niet te houden als de ramshoorn klinkt.
28 Het hinnikt, elke keer als er op de ramshoorn wordt geblazen.
Al van grote afstand ruikt het paard de strijd
en hoort het geroep van de aanvoerders en het krijgsgeschreeuw.

29 Is het aan jouw wijsheid te danken dat een sperwer vliegt?
Dat hij zijn vleugels uitslaat naar het zuiden?

Read full chapter