Add parallel Print Page Options

13 Ik ben helemaal hulpeloos.
Ik weet me geen raad meer.

14 Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,
heeft geen ontzag voor de Almachtige God.
15 Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden.
Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek.

Read full chapter