Add parallel Print Page Options

14 Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,
heeft geen ontzag voor de Almachtige God.
15 Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden.
Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek.
16 Eerst bruist de beek vol van water,
als het ijs en de sneeuw op de bergen smelten.

Read full chapter