Add parallel Print Page Options

27 Hij komt na mij. En Hij is veel belangrijker dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen los te maken."

28 Dit gebeurde allemaal in Betanië, aan de overkant van de rivier de Jordaan. Daar doopte Johannes de mensen.

29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen. Toen zei hij: "Kijk, daar is het Offerlam van God. Hij gaat de schuld van alle mensen op Zich nemen, de schuld voor hun ongehoorzaamheid aan God.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. Johannes 1:29 Johannes vergelijkt Jezus hier met het offerdier dat één keer per jaar in de tempel geofferd werd om daarmee om vergeving te vragen voor alle dingen waarin het volk Israël ongehoorzaam was geweest aan God. Lees hierover in Leviticus 16:15 en 16.