Add parallel Print Page Options

26 Eén van de slaven van de hogepriester was een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgehakt. Hij zei: "Ik zag je daarnet in de tuin toch bij Hem?" 27 Petrus zei weer dat het niet waar was. Op datzelfde moment kraaide er een haan.

Jezus bij Pilatus

28 Ze brachten Jezus van Kajafas naar het gerechtsgebouw van de Romeinen. Het was inmiddels vroeg in de morgen. Zelf gingen ze het gerechtsgebouw niet in, om niet onrein te worden.[a] Want dan zouden ze het Paasfeest niet mogen vieren.

Read full chapter

Footnotes

  1. Johannes 18:28 Joden mochten niet het huis in gaan van niet-Joodse mensen, want daar zouden ze 'onrein' van worden.