Add parallel Print Page Options

27 Met zijn rechter vinger moet hij de olie zevenmaal voor de Here uitsprenkelen. 28 Dan moet hij iets van de olie strijken aan de rechter oorlel, de rechter duim en de rechter grote teen van de man op het bloed van het schuldoffer. 29 De rest van de olie moet op het hoofd van de man worden gedaan om verzoening voor hem te doen voor de Here.

Read full chapter