Add parallel Print Page Options

15 Vervolgens moet hij de bok, het zondoffer van het volk, slachten en het bloed achter het gordijn van het Heilige der Heiligen brengen en het op en voor het verzoendeksel sprenkelen, zoals hij met het bloed van de stier gedaan heeft. 16 Zo zal hij verzoening doen over het heiligdom, omdat het is verontreinigd door de zonden van het volk Israël en over de tabernakel, die in hun midden staat en wordt omringd door hun onreinheid. 17 Er mag niemand anders in de tabernakel komen wanneer Aäron binnen is om verzoening te doen in het Heilige der Heiligen, totdat hij weer naar buiten komt en verzoening heeft gedaan voor zichzelf, zijn gezin en het volk Israël.

Read full chapter