Add parallel Print Page Options

11 Maar als een priester een slaaf koopt, mag die slaaf er ook van eten, met al zijn kinderen. 12 En als de dochter van een priester trouwt met iemand van een andere stam, mag ze niet meer van de offers eten. 13 Maar als ze weduwe wordt of door haar man wordt weggestuurd, en geen kinderen heeft en weer net als vroeger bij haar vader gaat wonen, dan mag ze mee-eten van het eten dat haar vader van de offers krijgt. Maar iemand die niet bij de priesterfamilies hoort, mag er niet van eten.

Read full chapter