Add parallel Print Page Options

32 Als hij geen geit maar een schaap wil offeren, moet hij een gezond vrouwtjes-dier brengen. 33 Hij moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten op de plaats waar altijd de dieren voor het brand-offer geslacht worden. 34 De priester moet met zijn vinger een deel van het bloed aan de horens van het brandoffer-altaar smeren. De rest van het bloed moet hij aan de voet van het altaar uitgieten.

Read full chapter