Add parallel Print Page Options

11 Het altaar besprenkelde hij zevenmaal en ook de onderdelen van het altaar en het wasvat met het voetstuk werden besprenkeld en daardoor geheiligd. 12 Toen goot hij de zalfolie over het hoofd van Aäron om hem te heiligen, dat wil zeggen: af te zonderen en te wijden voor zijn taak. 13 Daarna hing Mozes de zonen van Aäron de mantels om met de gordels en de hoofddoeken, zoals de Here hem had opgedragen.

Read full chapter