Add parallel Print Page Options

16 En Hij sloeg zijn armen om de kinderen, legde hun de handen op en zegende hen.

De rijke man

17 Toen Jezus weer verder ging, kwam er een jongeman naar Hem toe. Hij liet zich voor Hem op zijn knieën vallen en vroeg: "Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 18 Jezus zei tegen hem: "Waarom noem je Mij 'goed'?

Read full chapter