Add parallel Print Page Options

17 Luister goed naar deze wijze uitspraken en stel uw hart open voor mijn kennis en inzicht.
18 Want het is goed als u die in uw hart sluit, dan zullen ze ook uw woorden beïnvloeden.
19 Ik geef deze wijsheden aan u door, zodat u leert de Here in alles te vertrouwen.
20 Heb ik u geen hoogstaande dingen geschreven, vol wijze raad en diep inzicht?
21 Zo kunt u kennismaken met de zekerheid die de waarheid biedt, dan kunt u hen die u om raad vragen, naar waarheid antwoorden.
22 Beroof de arme niet omdat hij arm is, verpletter de noodlijdende niet voor de rechtbank.
23 Want de Here zal als hun beschermer optreden en hun berovers doden.
24 Mijd het gezelschap van een driftkop en ga niet om met een heethoofd,
25 anders loopt u het risico net zo te worden, wat u naar de ondergang voert.
26 Schaar u niet onder degenen die met een handklap te kennen geven zich garant te stellen voor schulden.
27 Want waarom het risico lopen dat de schuldeiser uw bed afneemt, omdat u niet kunt betalen?
28 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden.
29 Kent u iemand die een goed vakman is? Hij zal succes hebben en voor koningen werken.

23 Wanneer u bij een hooggeplaatste aan tafel zit, let dan op wat u wordt voorgezet.
Beheers u als u een liefhebber van lekker eten bent,
laat u niet het hoofd op hol brengen door dat heerlijke eten, want weelde is maar al te verlokkelijk.
Doe geen moeite rijk te worden, u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken.
Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.
Eet niet bij een vrekkig en jaloers mens, staar u niet blind op al zijn heerlijke eten.
Hij houdt zijn gedachten voor zichzelf en al nodigt hij u vriendelijk uit, in zijn hart meent hij dat niet.
U zou er spijt van krijgen dat u daar gegeten hebt en uw vriendelijke woorden zouden zijn verspild.
Praat niet tegen een dwaas, want hij heeft geen enkele waardering voor de wijsheid van uw woorden.
10 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden en blijf van de bezittingen van wezen af.
11 Want God, hun Verlosser, is sterk, Hij zal hen tegen u in bescherming nemen.
12 Open uw hart voor wijze lessen en spits uw oren als er verstandig wordt gesproken.
13 Aarzel niet een jongen te straffen, van een pak slaag gaat hij echt niet dood.
14 Door hem af en toe te straffen kunt u hem voor de ondergang behoeden.
15 Mijn zoon! Reken maar dat ik blij ben als ik zie dat je je verstandig gedraagt.
16 Als ik je oprechte dingen hoor zeggen, zindert de blijdschap door mij heen.
17 Wind je niet op over zondaars, leef voortdurend in eerbiedig ontzag voor de Here.
18 Want je kunt er zeker van zijn dat je een beloning wacht, je komt niet bedrogen uit als je op God vertrouwt.
19 Luister goed, mijn jongen! Wees verstandig en richt je volledig op Gods wil voor je leven.
20 Houd je afzijdig van drinkebroers en veelvraten,
21 want dat soort mensen staat armoede te wachten, hun roes brengt hen tot de bedelstaf.
22 Luister naar je vader die je heeft verwekt, en kijk niet op je moeder neer, wanneer zij oud geworden is.
23 Maak je de waarheid eigen tot elke prijs en houd haar, koste wat het kost, vast. Hetzelfde geldt voor wijsheid, onderwijzing en verstand.
24 Een rechtvaardige zoon doet zijn vader enorm veel plezier. Wie een wijze zoon krijgt, mag blij en dankbaar zijn.
25 Maak je vader blij en ook je moeder die jou ter wereld bracht.
26 Mijn zoon, stel je hart voor mij open en let goed op hoe ik leef.
27 Want een hoer is een diepe, verraderlijke gracht en een vrouw die niet van jou is, is een smalle put waaruit geen ontsnapping mogelijk is.
28 Als een rover loert zij rond en zij is de oorzaak dat velen God ontrouw worden.
29 Wie klagen steen en been? Wie maken doorlopend ruzie en raken zonder reden verwond? Wie bekijken de wereld door roodomrande ogen?
30 Dat zijn de mensen die zich tot in de kleine uurtjes te buiten gaan aan wijn en sterke drank.
31 Verlang niet naar de wijn, die rood fonkelt en heerlijk geurt in de beker, die drinkt wel heel gemakkelijk,
32 maar bijt uiteindelijk als een slang en spuwt gif als een adder.
33 Dan ga je kijken naar dingen die niet van jou zijn, en je mond zal vuile taal spuien.
34 Je voelt je dan alsof je op een schip bent en alles draait om je heen.
35 Je zult zeggen: ‘Ze hebben me geslagen en op me losgebeukt zonder dat ik iets merkte. Wanneer word ik weer wakker? Ik ben hard toe aan een slokje wijn.’

24 Wees niet jaloers op de boosdoeners en houd je afzijdig van hen,
in hun hart huist verwoesting en hun woorden klinken onheilspellend.
Een huisgezin wordt opgebouwd met wijsheid en door verstand in stand gehouden,
inzicht en bedachtzaamheid vullen het met liefde en kostbaarheden.
Een verstandig man bezit een sterke geest en inzicht is belangrijker dan brute kracht.
Want door goed overleg kun je de oorlog in jouw voordeel beslissen, betrouwbare adviseurs zijn de basis van de overwinning.
Een dwaas gaat alle wijsheid boven de pet, daarom zwijgt hij in besprekingen.
Wie van plan is iets verkeerds te doen, wordt een uitvinder van schandelijke verzinsels genoemd.
De gedachten van een dwaas zijn zonde, de mens verafschuwt een spotter.
10 Ga je door de knieën wanneer het erop aan komt, dan blijkt je kracht tekort te schieten.
11 Bevrijd hen die weggeleid worden om gedood te worden, doe alles om hun leven te redden.
12 Als je zegt: ‘Ik kan er ook niets aan doen,’ zal God, die de harten ziet en de diepste beweegredenen kent, dan niet beter weten? Want God zal de mensen vergelden naar wat zij hebben gedaan.
13 Eet honing, mijn zoon! Want die is goed en smaakt zoet.
14 Net zo zoet is de wijsheid voor jou en als je je die wijsheid eigen maakt, wacht je een beloning, je hoop op God is dan niet tevergeefs.
15 Goddeloze! Loer niet op de rechtvaardige! Gebruik geen geweld tegen zijn woonplaats.
16 Want de rechtvaardige kan vaak vallen, maar zal net zo vaak weer opstaan. De goddelozen zullen echter over hun eigen wandaden struikelen.
17 Wees niet blij wanneer je vijand ten val komt, voel geen vreugde wanneer hij struikelt.
18 Want als de Here dat ziet, kan Hij daar boos om worden en zijn toorn van je vijand afnemen.
19 Wind je niet op over boosdoeners en word niet jaloers op goddeloze mensen,
20 want de boosdoener krijgt geen beloning en het leven van de goddeloze is maar kort.
21 Koester ontzag voor de Here en voor de koning, mijn zoon, sluit je niet aan bij rebellen en opstandelingen.
22 Want zij zullen onverwacht vernietigd worden en wie weet welke straf hun wacht?

23 Ook de volgende spreuken zijn afkomstig van wijzen.

Het is verkeerd om in de rechtspraak partijdig te zijn.