Psalmen 105:10-23
BasisBijbel
10 het eeuwige verbond dat Hij sloot met Jakob,
11 toen Hij zei: ''Ik zal jullie het land Kanaän geven.
Het zal jullie eigendom zijn."
12 In het begin was het maar een klein volk
dat als vreemdelingen in dat land woonde.
13 Ze trokken van volk naar volk,
van het ene koninkrijk naar het andere.
14 Maar Hij stond niet toe dat een ander volk hen verdrukte.
Vijandige koningen strafte Hij.
15 Hij zei: "Raak dit volk niet aan! Het is van Mij!
Doe mijn profeten geen kwaad!"
16 Toen liet Hij een hongersnood komen,
zodat niemand nog te eten had.
17 Maar Hij stuurde een man voor hen uit:
Jozef, die als slaaf naar Egypte werd verkocht.[a]
18 Daar kwam hij in de gevangenis terecht.
Hij werd met zijn voeten in een blok vastgezet.
19 Jozef werd door God op de proef gesteld,
totdat werkelijkheid werd wat God hem had gezegd.[b]
20 De koning van Egypte liet hem komen.
De heerser van de volken liet hem vrij.
21 Hij maakte hem tot heer over zijn paleis,
en tot heerser over zijn hele land.
22 Zo regeerde Jozef over Egypte
en gaf hij raad aan de leiders van het land.
23 Toen kwam Jakob naar Egypte.
Hij woonde daar als vreemdeling.
Footnotes
- Psalmen 105:17 Het hele verhaal van Jozef is te lezen in Genesis 37 tot en met 45.
- Psalmen 105:19 God had door dromen aan Jozef laten weten dat ooit zijn ouders en broers voor hem zouden buigen. Lees Genesis 37:5-11.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016