Add parallel Print Page Options

29 Het gaat dus niet om uw geweten, maar om het zijne. Maar waarom zou mijn vrijheid moeten worden beperkt door andermans geweten? 30 Als ik God dank voor wat ik eet, hoe durft die ander er dan iets van te zeggen? Ik dank God toch! 31 Wat u ook doet, doe het tot eer van God, ook het eten en drinken.

Read full chapter