Add parallel Print Page Options

Want wat wij weten, is onvolledig, en wat wij namens God zeggen, is gebrekkig. 10 Maar wanneer het blijvende en volmaakte komt, is dat het einde van het gebrekkige en onvolmaakte.

11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten.

Read full chapter