Add parallel Print Page Options

11 Als ik de woorden van iemands taal niet ken, zal ik een vreemdeling zijn voor de persoon die spreekt. En de spreker zal voor mij een vreemdeling zijn. Want we begrijpen elkaar niet. 12 Jullie verlangen naar geestelijke gaven. Maar probeer dan zoveel mogelijk díe gaven te gebruiken die het geloof van de gemeente opbouwen. 13 Iemand die tegen de gemeente in een taal van de Geest spreekt, moet dus ook bidden dat hij het zal kunnen uitleggen.

Read full chapter