Add parallel Print Page Options

19 En de farao was zó bevriend geraakt met Hadad, dat Hadad mocht trouwen met de zus van de vrouw van de farao, dus met de zus van koningin Tachpenes. 20 Ze kregen een zoon en noemden hem Genubat. Tachpenes liet hem verzorgen en opvoeden in het paleis van de farao. Zo groeide hij op bij de zonen van de farao. 21 Toen Hadad in Egypte hoorde dat David was gestorven en dat ook aanvoerder Joab dood was, zei Hadad tegen de farao: "Ik wil graag naar mijn land teruggaan."

Read full chapter