Add parallel Print Page Options

22 Maar de farao vroeg hem: "Waarom wil je dat? Wat kom je bij mij dan tekort, dat je opeens naar je land terug wilt gaan?" Hij antwoordde: "Niets. Maar ik wil tóch graag gaan."

23 God zorgde ervoor dat Salomo nóg een vijand kreeg: Rezon, de zoon van Eljada. Dat kwam zo: Rezon was vroeger weggevlucht van zijn heer Hadadezer, de koning van Zoba toen David Hadadezer had verslagen. 24 Rezon verzamelde toen een aantal mannen en vormde met hen een bende. Hij was daarvan de aanvoerder. David wilde hen doden, maar ze vluchtten naar Damaskus. Daar bleven ze wonen. Rezon werd koning van Damaskus.

Read full chapter