1 Koningen 12:21-24
Het Boek
21 Na zijn intocht in Jeruzalem bracht koning Rehabeam zijn leger—alle strijdbare mannen van Juda en Benjamin, honderdtachtigduizend man speciale troepen—op de been om de rest van Israël met geweld te dwingen hem als koning te erkennen. 22 Maar God stuurde de volgende boodschap aan de profeet Semaja: 23,24 ‘Zeg tegen Salomoʼs zoon Rehabeam, de koning van Juda, en tegen alle stamleden van Juda en Benjamin dat zij niet tegen hun broeders, de Israëlieten, mogen vechten. Zeg dat het leger moet worden ontbonden en dat zij naar huis moeten gaan, want wat Rehabeam is overkomen, gebeurde omdat Ik dat zo wilde.’ En zo ging het leger naar huis, zoals de Here had bevolen.
Read full chapterHet Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.