1 Koningen 13:2-4
BasisBijbel
2 De man moest van de Heer tegen het altaar spreken. Hij zei: "Altaar, altaar, dit zegt de Heer: Er zal een zoon worden geboren uit de familie van David, die Josia zal heten. Hij zal op jou de priesters verbranden die op de heuvels offers brengen. Er zullen mensenbotten op jou worden verbrand."[a] 3 Ook voorspelde hij een wonder: "Dit is het teken dat de Heer dit heeft gezegd: het altaar zal scheuren, zodat de as die er op ligt, er af zal vallen."
4 Toen de koning hoorde wat de profeet tegen het altaar in Bet-El zei, wees hij met zijn arm naar hem en zei: "Grijp hem!" Maar de arm die hij had uitgestoken, werd stijf. Hij kon hem niet meer naar zich toe trekken.
Read full chapterFootnotes
- 1 Koningen 13:2 Dat is inderdaad gebeurd, namelijk 300 jaar later door koning Josia. Hij wilde God weer gaan dienen zoals Hij het wil en vernielde daarom alle altaren in het land. Lees 2 Koningen 23:14-16.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016