Add parallel Print Page Options

12 Salomo volgde David als koning op. En God maakte hem heel machtig.

Koning Salomo laat zijn broer Adonia doden

13 Adonia ging naar Batseba, de moeder van Salomo. Ze vroeg hem: "Kom je met goede bedoelingen?" 14 Hij antwoordde: "Ja, ik wil iets met u bespreken." Ze zei: "Zeg het."

Read full chapter