Add parallel Print Page Options

Koning Salomo laat zijn broer Adonia doden

13 Adonia ging naar Batseba, de moeder van Salomo. Ze vroeg hem: "Kom je met goede bedoelingen?" 14 Hij antwoordde: "Ja, ik wil iets met u bespreken." Ze zei: "Zeg het." 15 Toen zei Adonia: "U weet dat ik er recht op had om koning te worden. En heel Israël verwachtte ook dat ik koning zou worden. Maar het liep anders. Mijn broer werd koning, doordat de Heer hem uitkoos.

Read full chapter