Add parallel Print Page Options

24 De dochter van de farao verhuisde van de 'Stad van David' naar het paleis dat Salomo voor haar had gebouwd. Daarna begon Salomo aan de bouw van de Millo-burcht.

25 Toen de tempel van de Heer af was, bracht Salomo drie keer per jaar brand-offers en dank-offers op het altaar dat hij voor de Heer had gebouwd.[a] Ook bracht hij wierook-offers.

Salomo's vloot

26 Aan de Rietzee, in Ezeon-Geber bij Elot in het land Edom, liet koning Salomo een vloot bouwen.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Koningen 9:25 Er waren per jaar drie grote feesten voor de Heer: het Paasfeest met direct daarna het Feest van de Ongegiste Broden, verder het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.