Add parallel Print Page Options

14 Zijn familie en zijn koningschap zullen altijd blijven bestaan. Altijd zal één van zijn zonen koning zijn." 15 En Natan zei dit tegen David, precies zoals hij het van God had gehoord.

Davids gebed

16 Toen ging koning David de tent binnen. Hij knielde voor de Heer neer en zei: "Heer, U heeft zóveel voor mij gedaan! Mijn familie en ik hebben dat helemaal niet verdiend!

Read full chapter