Add parallel Print Page Options

13 De zonen van Amram waren: Aäron en Mozes. Aäron was door de Heer uitgekozen: hij en zijn zonen ná hem zouden voortaan de offers brengen voor de Heer en Hem dienen en zegenen.[a] 14 De zonen van Mozes, de dienaar van God, waren Gersom en Eliëzer. 15 Zij werden gerekend tot de Levieten.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Kronieken 23:13 Daarmee wordt bedoeld dat Aäron (een kleinzoon van een zoon van Levi) en zijn zonen priesters waren in de tempel. De hogepriester moest ook altijd iemand uit de familie van Aäron zijn.