Add parallel Print Page Options

26 Zijn zoon was Ladan. Zijn zoon was Ammihud. Zijn zoon was Elisama. 27 Zijn zoon was Nun. Zijn zoon was Jozua.

28 De gebieden en plaatsen waar de stam van Efraïm woonde, waren: Bet-El met de dorpen die daarbij hoorden, in het oosten Naäran, in het westen Gezer met de dorpen die daarbij hoorden, Sichem met de dorpen die daarbij hoorden, tot aan Gaza met de dorpen die daarbij hoorden.

Read full chapter