Add parallel Print Page Options

27 Wegens hun belangrijke posities woonden zij dichtbij de tabernakel en deden elke morgen de poorten open.

28 Sommigen van hen waren belast met het toezicht op de voorwerpen die werden gebruikt bij het offeren en de eredienst, zij hielden alles nauwkeurig bij om te voorkomen dat iets verloren ging. 29 Anderen waren verantwoordelijk voor de gewone gereedschappen in de tabernakel, de heilige voorwerpen en de voorraden, zoals het fijne meel, de wijn, de olie, het reukwerk en de specerijen.

Read full chapter