Add parallel Print Page Options

29 Anderen moesten zorgen voor de heilige voorwerpen en voor het meel, de wijn, de olijf-olie, de wierook en de specerijen. 30 Maar andere priesters maakten de wierook klaar. 31 En Mattitja, één van de Levieten, (hij was de oudste zoon van Sallum uit de familie van Korach) moest toezicht houden op het bakken van de broden en platte koeken.

Read full chapter